Wat is Antroposofie ?

De antroposofische geneeskunst is ontwikkeld in de 19e eeuw door de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner en de Nederlandse arts Ita Wegman. Hun opvatting was dat er geen scheiding tussen lichaam, ziel en geest kan worden aangetoond. Waar de reguliere geneeskunde zich vooral richt op het lichamelijke gedeelte van de mens, combineert de antroposofische geneeskunde het lichaam en de ziel en de geest. Hierbij wordt de reguliere geneeskunst niet afgewezen, maar vormt het een aanvulling op de bestaande therapieën. Antroposofische artsen zijn in de eerste plaats reguliere artsen, die na hun universitaire opleiding een basisopleiding antroposofische geneeskunde hebben gevolgd. Antroposofie beschouwt gezondheid als een dynamisch evenwicht dat in stand wordt gehouden door ritmes: afwisseling van activiteit en rust, afbraak en opbouw. Plotselinge verstoringen van het evenwicht uiten zich als 'acute' ziekten. Zulke oorzaken komen van buitenaf en deze ziekten worden volgens de reguliere geneeskunst behandeld. Daarnaast bestaan er ziekten als gevolg van langdurige subtiele verstoringen in het evenwicht. Hierbij spelen opvoeding, sociaaleconomische en geografische omgeving, voeding, lichaamsverzorging en geestelijk-filosofische ontwikkeling een rol. Om deze 'chronische' ziekte te kunnen genezen, is het daarom belangrijk om de gehele levensloop door te nemen.

 

Wat is homeopathie?

De homeopathische geneeskunst bestaat al meer dan anderhalve eeuw. Het uitgangspunt van de homeopathie is de regel 'similia similibus curentur', 'het gelijke worde met het gelijkende genezen'. Als we deze wijsheid vertalen betekent dit dat een middel in onverdunde vorm verschijnselen kan oproepen die overeenkomen met de symptomen van bepaalde ziekten. De verdunde (gepotentieerde / gelijkvormige) vorm daarentegen kan het lichaam aanzetten om zelf de klachten tegen te gaan. Een voorbeeld: koffie veroorzaakt bij velen slapeloosheid; dezelfde stof (Coffea) kan gelijkvormig worden toegepast tegen slapeloosheid.